Juf Marit: De bozbesbozzel. Mijn eigen mythische wezen maken.

Ik heb gekozen om deze opdracht te plaatsen omdat deze opdracht net iets anders is. In plaats van in 2D werken, gingen we hiermee in 3D werken. En we moesten in tweetallen werken in plaats van in je eentje. Meestal vind ik dit lastig. Ik wil graag de controle hebben altijd. En als je in tweetallen werkt, moet je overleggen en samen werken. Gelukkig ging het samenwerken met Ruben prima. We liepen soms tegen dingen aan en probeerden samen dingen op te lossen en dingen uit te proberen.

Betekenis:
Ik vind mythische wezens en hun verhalen erg interessant. Ik geloof niet dat ze bestaan hebben. Maar als ik kijk naar sommige bekende mythische wezens kan ik daar wel bewondering voor hebben. Niet voor elk mythisch wezen. Medusa heb ik vroeger altijd vreselijk gevonden. Ik was bang voor haar. (Medusa was een vrouw met slangen als haar.)
Maar een Griffioen vind ik wel erg gaaf. Een combinatie van krachtige mooie dieren. Leeuw en adelaar. Ik vind vooral mythische wezens met vleugels gaaf. Vleugels zien er krachtig uit en geven je vrijheid.

Vorm:
We hebben ervoor gekozen het wezen een robuust figuur te geven. Dit vonden we er krachtig uit zien. Ik vind zelf vooral de vleugels erg belangrijk, dus hebben we ervoor gekozen de vleugels als enige in een andere kleur te doen, zodat daar de nadruk op ligt. De vleugels hebben een puntige gestroomlijnde vorm omdat we wilden laten zien dat het een snel dier is. We hebben textuur aangebracht op de vleugels door kleine driehoekjes te snijden en omhoog te vouwen.

Materie:
*Papier
*Potlood
*Karton (dikker-dunner, zwart, grijs en wit)
*Snij mat
*(Stanley)mesjes

Ik vond werken met karton lastig. Het kostte me veel moeite om door het karton heen te komen met het mes. Wat dat betreft was samenwerken met Ruben erg handig. Hij kwam makkelijker door het dikke karton heen. Dus toen ben ik bezig geweest met snijden in dun karton en hij in dik karton. We werden er aan herinnerd om niet naar ons toe te snijden, maar van je af snijden, snijdt minder prettig. Ik probeerde me er wel aan te houden maar soms sneed ik vanzelf naar mezelf toe.

Beschouwing:
Voor de les moesten we foto's van dieren opzoeken. Deze 2 foto's vond ik het mooist. De vleugels helemaal gespreid. Hierdoor kun je de vleugels ook goed bekijken. Op de foto van de stier kun je zien hoe robuust hij is. Deze foto's heb ik meegenomen in ons werk. De vleugels van de vogel en het lijf en de hoorns van de stier. We wilden textuur op de vleugels hebben. de textuur kan je goed zien bij de vleugels.
Ik wist alleen niet hóé we die textuur gingen aanbrengen. Onze docent had enkele voorbeelden laten zien om textuur aan te brengen en één van die voorbeelden hebben we uiteindelijk toegepast. Dit kan je ook terug zien bij het kopje 'vorm'.

Werkwijze:
De laatste keer dat ik met karton en messen heb geknutseld (of überhaupt met karton) was op de basisschool. Ik vond het uitsnijden uit dik karton moeilijk omdat ik er niet doorheen kwam. Ook kun je het karton niet goed vouwen. We kwamen na wat proberen erachter dat we eerst dun moesten snijden om het daarna netter te kunnen omvouwen.

Onderzoek:
We begonnen met overleggen welke dieren we erin gingen verwerken. Ik vond vooral de vleugels erg belangrijk. Uiteindelijk werd het een combinatie van een stier en een vogel.
Toen begonnen we te schetsen. (1) Na het schetsen bedachten we hoe we het lijf/de basis gingen maken. Toen liepen we tegen het vouwen van het karton aan. Dit hebben we verholpen door er licht in te snijden en daarna te vouwen. (2) Daarna hebben we taken verdeeld. Ruben begon aan het vinden van een manier om het lijf vast te maken (3) en ik begon aan de vleugels (4). Na een tijdje liep Ruben vast. We hebben toen samen een paar verbindingen geprobeerd. Uiteindelijk vonden we een goede manier. Toen is Ruben verder gegaan aan de andere vleugel en heb ik me bezig gehouden met het hoofd. Toen we klaar waren hebben we alles in elkaar gezet. We waren net op tijd klaar. Ik vond dat we net iets te weinig tijd hadden voor deze opdracht.

(1)

(2)

(3)

(4)

Eindresultaat!

Wat vind ik geslaagd?
Ik vind de vleugels erg goed gelukt. Het heeft goede textuur die duidelijk te zien is. We hebben het hoofd en de staart handig weten te verbinden. Het samenwerken ging goed.
De robuuste vorm die we wilden is terug te zien.

Wat kon beter?
De stier hadden we er beter in kunnen verwerken door ronde hoorns te maken. De stier is er niet zo goed in terug te zien. Ook had ik graag wat meer details toegevoegd maar dat redden we niet qua tijd.

Lesvoorbereiding: